Doorstroom van WW naar bijstand stabiel ondanks crisis
Door de sterke toename van het aantal WW-uitkeringen tijdens de economische crisis is ook het aantal mensen dat na de WW-periode in de bijstand terecht is gekomen sterk gestegen de afgelopen vijf jaar. Dit blijkt uit onderzoek van UWV. Laagopgeleiden, 55-plussers en alleenstaanden hebben de grootste kans om in de bijstand te komen na de WW. Ondanks de slechte arbeidsmarkt is het percentage WW’ers dat doorstroomt naar de bijstand stabiel gebleven.
Het aantal mensen dat na een WW-uitkering in de bijstand terecht komt, is in de afgelopen vijf jaar ruim verdubbeld, van bijna 14.000 in 2008 naar bijna 31.000 in 2013. In dezelfde periode is ook het aantal lopende WW-uitkeringen meer dan verdubbeld. Naar verwachting neemt de doorstroom van de WW naar de bijstand dit en volgend jaar nog licht toe. De economische crisis en de nasleep ervan zorgen dat meer mensen na de WW-uitkering in de bijstand terecht komen. Een op de zes WW’ers die de maximale uitkeringsduur bereikt, stroomt door naar de bijstand. Het ‘doorstroompercentage’ daalde aan het begin van de crisis (2008-2010) en is sindsdien stabiel.
Uit het onderzoek van UWV blijkt dat het beroep op de bijstand hoger dan gemiddeld is bij 55-plussers en laagopgeleiden, werkzoekenden met een slechte arbeidsmarktpositie. Ook alleenstaanden moeten na de WW-uitkering relatief vaak een beroep doen op de bijstand. UWV ziet met name in delen van de Randstad, Groningen, Friesland en Gelderland procentueel meer WW-gerechtigden in de bijstand komen.
Een sterke toename vanuit de WW in de bijstand is geen nieuw verschijnsel. Na de internetcrisis, begin 2000, verdubbelde de doorstroom ook. Het verschil met de crisis van toen is dat de huidige economische tegenwind veel langer aanhoudt. Voor gemeenten betekent de aanhoudend hoge doorstroom – die verantwoordelijk is voor ongeveer twintig procent van de totale instroom in de bijstand – een toename van de werklast en een fors beslag op de budgetten.